Dit verhaal over vooroordelen heeft een lange aanloop en een even lange staart.
Maandag had ik een vriend op bezoek uit Trinidad, op doorreis naar Spanje voor een journalistenconferentie. Hij vertelt me opeens dat een wederzijdse vriend uit Zimbabwe er ook zal zijn, dus ik besluit snel een Nederlands cadeautje te halen voor mijn Zimbabweaanse mati
We swingen een winkelcentrum in en in een winkel vol prullarijtjes zie ik mooie Hollandse grachtenpanden van porcelein. Ik zeg “das toch typisch Nederlands?” en de toonbankdame antwoordt “ja. maar ik heb ook iets anders dat typisch Nederlands is.”
En ze pakt een kaasschaaf met een setje kaasmesjes, maar halverwege wat ze wil zeggen zie ik dat ze zich bedenkt.
“Oh nee. waar komt hij nou weer vandaan? Zimbabwe? Heeft hij niks aan. Daar hebben ze toch geen kaas?”
Ze zag niet hoe zeer mijn ogen gingen rollen.
ZuchtâŠ
Vandaag spreek ik die vent uit Zimbabwe, op bezoek in Spanje.
“Dank voor je cadeautje”
“Ja sorry dat het zo’n klein dingetje is, maar het was echt last minute!” zeg ik.
“Nee man, het is juist groot!, omdat je eraan gedacht hebt”
En ik vertel hem gierend over die toonbankvrouw die “stereotyperend, neerbuigend” aannam dat er in Zimbabwe geen kaas is.
En hij komt niet bij!
“Funny eh?” reageer ik.
En hij zegt met het dikste Zimbabwe accent dat je je kan voorstellen.
“You don’t know how correct she was.
WE DO NOT LIKE CHEESE IN ZIMBABWE!!!”
“Really?”
“Really!”
Ik: đđ€Ł
Blijkt dat veel Zimbabweanen kaas smerig vinden.
Uit het meest recente onderzoek blijkt dat een Fransman gemiddeld maar liefst 25,9 kilo kaas per jaar eet. Op de voet gevolgd door IJsland (25,2 kg), Finland (24,7) en Duitsland (24,3). Onderaan de lijst staan Colombia (0,9), Zimbabwe (0,3) en China (0!).” zegt Wikipedia dus.
Ik ga morgen terug naar dat winkelcentrum om die toonbankdame te vragen hoe ze dat weet.
Comments are closed