“Hoezo heeft ze d’r haar nog niet gestraight?” Ik kan me zo herinneren toen één van m’n minder snuggere klasgenootjes met die uitspraak haar hartsvriendin bekritiseerde. Ik zal toen elf of twaalf geweest zijn, maar toen al vond ik het opmerkelijke kritiek. Dus het haar waarmee haar hartsvriendin geboren is, datzelfde haar dat zij ook d’r hoofd had, dat haar van m’n moeder, van m’n zuster, van m’n nichten, dat haar op mijn hoofd, MOEST eens gestraight worden, anders was ‘t niet goed genoeg.
Over de jaren heen heb ik die noodzaak nooit gesnapt. Dat zwart haar met een hete kam of giftige chemicaliën moest worden bewerkt om professioneel te worden geacht. We zijn de enigen die naar de rechter moeten om ons haar als normaal geaccepteerd te krijgen. Kinderen met locs worden geweigerd van scholen; vorig jaar nog was er een coach die de locs van een worstelaar eraf knipte.
We zijn de enigen op deze aarde wiens aangeboren haar niet goed genoeg is. Als we het niet glad maken worden we geweigerd. Wanneer we het in een kwikwi ‘ba vlechten noemen ze het ghetto … totdat ze het Columbussen. Wanneer we het gewoon lekker laten staan wordt het bosn.g.rhaar genoemd.
Het is een hele controverse om “gewoon onszelf” te zijn.
We zijn de enigen op aarde met dit dilemma. Zwarte mensen zijn daar uniek in.
Onze zwarte huidskleur al. We zijn er vanwege tot slaaf gemaakt, worden er vanwege inferieur geacht, worden er vanwege automatisch gestereotypeerd, verdacht, (langer dan anderen) opgesloten, slechter behandeld, gevreesd en doodgeschoten.
Zwarte mensen zijn de enigen die moeten code switchen. Thuis en met je mati mag je jezelf zijn, maar op iedere andere plek kan dat niet. Je moet je gedragen naar je kleur; jezelf in privé, maar een aangepaste versie in publiek.
Onze warme zwarte bass moet uit onze stem want hij moet hoger. Je mag niet uitbundig lachen en als je met andere zwarte mensen bent moet je liever niet onderling dat taaltje van jullie gaan spreken. Dan krijg je ongemakkelijke blikken en tergende grappogingen als “zijn jullie aan het samenscholen?” en “komt er een revolutie?”
Zwarte mensen zijn daardoor professionele code-switchers geworden en schrikken onze collega’s van de persoon die we zijn wanneer ze ons buiten kantoor tegenkomen. “Je bent normaal zo kalm en welbespraakt” en dan moet je ze vertellen dat je straight outta Rangoe komt.
Zwarte mensen zijn de enigen die moeten uitleggen waarom we niet dood willen worden gemaakt. Als we klagen over politiemoorden, en vragen “please stop killing us” wordt er steevast gereageerd met een uitleg waarom de politie het wel moet doen.
Zwarte mensen zijn de enigen die moeten uitleggen waarom ze hun kinderen voor nare dingen van deze wereld willen behoeden. Het moment dat we ons uitspreken over institutioneel racisme, discriminatie en marginalisatie en gelijkheid eisen, wordt ons gezegd dat we moeten oprotten naar waar we vandaan komen. “Waarom wil je als mens worden behandeld?” We zijn de enigen die niet beter voor zichzelf mogen willen.
Zwarte mensen zijn ook de enigen van wie verwacht wordt dat ze wachten op een betere behandeling, totdat het goed uitkomt voor de mensen die ons slecht behandelen. “Je moet mensen tijd geven om afscheid te nemen van zwarte piet” is hetzelfde als “gelijke rechten zijn een proces” en ook hetzelfde als “ik stop met jou pijn doen wanneer mijn arm moe is van jou slaan.”
Zwarte mensen zijn de enigen die zijn gegaan van “please stop killing us“, naar “Black Lives Matter”, naar “I can’t breathe”, naar “don’t shoot” en “I got my hands up”, en dan terug naar “I can’t breathe”, en toch nog steeds worden doodgeschoten.
Zwarte mensen zijn gestraft voor vrij willen zijn, voor werken, voor niet werken, voor zitten, voor staan, voor lopen, voor rennen, voor slapen, voor eten, voor koffie drinken, voor praten, voor lezen, voor kijken, voor ademen.
Zwarte mensen zijn gestraft voor zwarte mensen zijn.
Gestraft voor zijn. Wow.
Chris Rock zei eens dat er witte, kreupele mannen zijn, die hun levens niet met het zijne zouden willen ruilen, omdat hij zwart is.
“And I’m Rich! voegde hij eraan toe.
Het was toen grappig. Maar hij lachte niet.
Want het was geen grap.
Comments are closed