Iedere ochtend als ik van huis vertrek zie ik hem. Een groen monstertje op wielen die soepel over het grasveld van de fysiotherapeut rijden.
Een automatische grasmaaier die het kleine sportveld haarfijn op millimeter hoogte houdt.
Mijn raam is dan dicht en ik kan hem niet horen, maar ik ben er zeker van dat hij op een zoemtoontje na geluidloos is. ZZZZZZZZ
De Duitse buren hier hebben er ook één. “Robbie” noemt de buurman hem, zijn koosnaampje voor zijn Robomaaier.
Hij houdt van gadgets; heeft ze overal in huis staan. Op de rand van zijn dak heeft hij een apparaatje waarmee hij regenwater opvangt zodat hij kan meten hoeveel neerslag er was.
“Nutteloze dingetjes. ‘T maakt me blij om te te hebben,” lacht hij om Robbie die soms een half uur ergens naartoe verdwijnt, maar steevast terugkomt om dat kleine stukje gras op zijn erf haarfijn op millimeter hoogte te houden. “Denk je echt dat het in dat half uurtje dat je bent gaan rusten gegroeid is Robbie??? LAAT ZE MET RUST!!” wil ik gillen.
Net als in de auto wanneer ik langs de fysio rijd, gaat mijn hoofd bij het zien van Robbie automatisch naar de grassprietjes die het durven meer dan een millimeter lang te worden. Bij iedere grasspriet die te lang wordt, wordt de kop er meteen genadeloos van afgehakt.
Maar ze blijven groeien! En Robbie en zijn grote neef bij de fysio hebben altijd werk.
Constante groei kan je namelijk proberen te stoppen, maar hoe vaak je er de kop ook niet afrukt, hij spruit ergens anders gewoon weer.
Hm. Nu vraag ik je.
Wat ben jij? Een Robbie of een grasspriet?
Blijf je altijd groeien of ben je er eentje die anderen op gewenste niveau houdt, net onder jouw voeten? Of ben je inmiddels zodanig murw geslagen dat je niet meer durft boven het maaiveld uit te steken?
Ik ken namelijk mensen van beide pluimages.
Comments are closed