Weet je wat het grootste probleem is hier? Waarom we van de ene shit naar de andere rollen als gemeenschap?
Nee?
Ik zeg het je wel: De fluwelen handschoen waarmee we racisme aanpakken. Onze bereidheid om over vijf minuten te vergeten wat er vijf minuten geleden tegen gemarginaliseerde groepen gedaan is.
Case in point:
Ik kom net uit in een vergadering van mijn journalistenvereniging, waarin een beroep werd gedaan op de aanwezigen om niet stil te blijven over de gewelddadige aanvallen tegen journalisten enkele weken geleden tijdens de anti-avondklok/anti covid maatregelen.
Journalisten hebben het te verduren gehad van extreemrechtse relschoppers in Urk waar ze een COVID lab hebben platgebrand.
Journalisten hebben kennelijk fysiek letsel opgelopen toen ze hun werk deden bij het Museumplein.
Journalisten konden hun werk niet doen omdat het te gevaarlijk was om zich tussen de relschoppers te begeven om hen te vragen waarom zij aan het relschoppen waren.
Journalisten werden voor verraders en “fake news” producenten uitgemaakt
Journalisten werden van de weg geduwd.
Journalisten moesten met bewakingsambtenaren hun werk doen en in ongemarkeerde auto’s de straat op. Want het was veel te gevaarlijk.
De Nederlandse vereniging van journalisten heeft zich erover uitgesproken.
Als ik daar ook niet stil over wilde zijn.
Zat ik daar als die token black guy te wachten totdat mijn beurt kwam om te reageren. En ik vroeg me af waarom het is dat we altijd als de conscience van anderen moeten fungeren; ik wist het antwoord wel: wanneer je ergens in de minderheid bent, dan vertegenwoordig je de meerderheid die er niet is.
Dus ik ging los.
En ik vertelde aan een stel hele slimme mensen die dit weten maar het niet doorhebben, dat het gevaar dat journalisten nu lopen, datzelfde gevaar is waar zwarte mensen al jaren over klagen. Zwarte journalisten die verslag gingen doen van anti-racisme en werden belaagd en tot bloedens toe mishandeld werden.
Zwarte journalisten die geen ondersteuning kregen van hun bladen wanneer ze bedreigd werden door mensen die vinden dat anti-racisten geen gelijk hebben.
Kranten die het n-woord gewoon gebruiken in artikelen die vertellen dat andere mensen het gebruikt hebben.
Journalisten die een platform bieden aan racisme, in ongebalanceerde artikelen zonder weerwoord.
Bladen die artikelen publiceren waarin antiracisten voor terroristen worden uitgemaakt.
Journalisten die aan anti-racisme demonstranten het advies geven om terug te gaan naar waar ze vandaan komen.
Antiracisten die om hun antiracisme hun baan verliezen. Geen enkel vooraanstaand blad dat zich daartegen uitspreekt.
Een journalistenvereniging die over extreemrechts racisme in de journalistiek zegt dat ze zich er niet over gaan uitspreken omdat journalistiek objectief is.
Zwak
Als je nooit tegengas geeft tegen het kwaad, zal het kwaad op den duur ook jou opzij duwen.
Als je intolerantie tolereert, zal intolerantie tolerantie vernietigen.
Simpel.
En die rekening wordt dus nu opgediend. Blindgeslagen door de meest waanzinnige complottheorieën, keren nagenoeg dezelfde extreemrechtse “nationalisten” die zich keerden tegen anti-racisme, zich nu ook keren tegen datzelfde mediabolwerk dat hen altijd een platform gaf.
En nu moeten we ons daar wel tegen uitspreken.
“En nu moet ik me daar wel tegen uitspreken?” vroeg ik?
“Dat zou dus symptoombestrijding zijn, waar je het kwaad moet bestrijden. Journalisten zijn onderwijzers; onderwijs! Geef beide kanten van het verhaal evenveel ruimte. Je dient racisme geen platform te bieden, maar als je per se de objectieveling in racisme wil uithangen, geef antiracisme daartegenover evenveel ruimte dan.”
“Maar je kan de relschoppers toch niet negeren? Hun verhaal dient toch ook worden verteld? Hoe gek het ook niet is,” kreeg ik als reactie.
En ik doceerde: “Ja hier geldt hetzelfde: doe er verslag van, maar maak dan de effort om het hele verhaal te brengen, met de juiste inzichten tegenover dat domme gebral van die mensen die zeggen dat er een elite is van leguanenmensen die babybloed drinkt.
We zijn niet nu pas onder aanval; dat zijn we al heel lang.
Alleen is MIJN probleem nooit gezien als ONS probleem.
Toen ik MIJN probleem aankaartte gaf niemand thuis.
Grappig dat ik nu wel word gevraagd me uit te spreken, nu daar MIJN probleem zich wel manifesteert als ONS probleem.
Gelukkig weet ik heel goed dat ONS probleem nog altijd MIJN probleem is.
Snappen jullie dat ook?
Je kan niet nu roepen dat je huis brandt en dan alleen het dak gaan staan blussen.”
Hoe kan het nou dat mensen die objectiviteit prediken, zo blind zijn voor de rest van het verhaal?
Sorry, moest ik even kwijt.
Comments are closed