Weet je wat ik altijd ironisch vind bij mensen die zeggen dat mensen alles van ze afpakken? Dat jullie niet weten waar je het over hebt.
Mijn overgrootoma was 62 jaar toen slavernij in 1863 werd afgeschaft. Dat wil zeggen dat ze haar hele leven andere mensen gediend heeft, zonder daarvoor ooit betaald te krijgen. Als ze wat van ze kreeg was het wellicht slaag.
Mijn overgrootoma had kinderen aan wie ze mooie Afrikaanse namen had gegeven, maar van haar eigenaar mochten de kinderen die namen niet dragen. Ze kregen “mooie Crhistelijke” namen: Maurits Noah en Mientje.
De opa van mijn grootoma was gestolen uit Afrika. Hij was in Ghana de zoon van een koning. Toen hij naar Suriname verscheept werd, was zijn land dus van hem afgepakt. Zijn koninkrijk dat hij zou erven. Van alle plannen die hij had kon hij geen enkele meer verwezenlijken. Zijn nageslacht was niet meer van hem. Hij kreeg in Suriname een nieuwe naam; de oude mocht hij niet meer dagen. Zijn religie mocht hij ook niet meer belijden. Het was heidens.
Zijn vrijheid was hem afgepakt.
Vrijheid om voor zichzelf een besluit over de meest basale dingen te nemen was hem afgepakt.
Mij is mijn verleden afgepakt. En eigenlijk ook mijn toekomst. Ik ben de afstammeling van een man die koning had moeten worden. Ik had koning moeten worden.
Integendeel werd ik afstammeling van al deze mensen die niks voor zichzelf mochten bepalen. Niet hoe hun kinderen mochten heten, of waar ze zouden worden geboren.
Mijn achternaam is van me afgepakt.
Zie ik er Nederlands uit of Afrikaans? Waarom draag ik dan een Hollandse naam?
Daarom heb ik besloten in Nederland te wonen trouwens; om zoveel mogelijk terug te eisen van wat me is afgepakt.
Dus voordat je wil klagen dat van alles van je wordt afgepakt, denk even na over de mensen die jij daarvan beschuldigt.
Dat jij niet kan horen wat ze nou eigenlijk willen, is volgens mij meer een hint dat jij vindt dat ze geen recht hebben tot praten. Dat pak jij nu van ze af.
STFU broeder!
Comments are closed