Ik dacht laatst mijn studenten bij te praten over diversiteit in het onderwijs.
Waarom het belangrijk was dat ze ook juffen en meesters voor de klas hadden die op hun lijken. Waarom ik dus doe wat ik doe. En waarom zij in de toekomst zullen moeten teruggeven aan de generatie die na hun volgt.
En ik vertelde over mijn ochtend; dat ik laat opstond, me most haasten en geen tijd had gehad om m’n handen netjes in te smeren.
‘Wie weet wat batjaw is?’ vroeg ik en ze barsten spontaan in lachen uit.
‘Kijk,’ reageerde ik. ‘Daarom doe ik dit werk; vanwege die onmiddelijke herkenning. Zou een witte meester of juf ook weten wat batjaw is? Als jij met batjaw rondliep, zou hij weten hoe je dat oplost?’
Eén jongen keek me met een serieuze blik aan, stak z’n hand in z’n tas en vroeg ‘meester moet u Vaseline hebben?’
Ik glimlachte.
Zij snapten mijn punt.
Comments are closed