Als ik naar huis loop van mân zoon afzetten op school, komt er een auto aangesjeesd; moeder met haar zoontjes.
Ze zijn laat.
Eentje van 3 of zo ziet me en gilt âheeejjj!”
Als zân moeder de portier opendoet roept hij naar me âhoeeoouubenjeâ.
Meer dan drie vraagtekens.
Cuteness overload!
âHuh? Wat zeg je?â lach ik.
âhoeeoouubenje?â
Ik kijk vragend naar moeder die haar kinderen uitlaadt en hier eigenlijk geen tijd voor heeft.
âHoe oud ben je?â vertaalt ze, haalt haar schouders op, glimlachend.
Ik lach nog harder.
âHeel oudâ zeg ik aan de kleine man.
âjamahoeeoouu???â
Moeder weet zich geen houding. âKom we moeten gaan!â, dus ik zeg âga snel je bent laatâ.
Hij kijkt me nog even aan, keert zich om en hij is me meteen vergeten. Ik grinnik als ik hem zie weghuppelen, aan zn moeders hand; zijn tas bungelt op zn rug.
Ik loop door en kom bij dat stuk waar die enorme kasten van huizen staan waar je driemaal mijn salaris moet verdienen, om in te kunnen wonen.
Net als ik lansgloop gaat de deur open en twee jongetjes stromen uit de rijkdom naar buiten met hun moeder in kielzog. Ze wil hen in haar fietsbak krijgen om hun naar school te brengen.
Maar âheeeyyyyâ, ze zien een tak op de grond liggen die gevallen is van de boom voor hun grote huis. Helemaal blij zijn ze en terwijl moeder (on)geduldig tig keren roept âjongens, jongens, jongens, jongens, jongens, jongens ⊠kom we moeten gaan. We zijn laat,â beginnen zij een heus spel met de tak alsof het t meest kostbare ding is dat ze ooit gezien hebben.
En ik ben er zeker van dat hun ouders heel duur speelgoed hebben gekocht voor ze, in dat huis dat zoveel kost dat je er alleen in kan wonen als je driemaal mijn salaris verdient.
Maar een tak vult een kinderhand.
Net als hoeououubenje voor een minuut uberbelangrijk kan zijn voor een peuter
Kinderen zijn puur en precious.
Gisteren bezorgde een volwassene mij hoofdpijn en slikte een groot, belangrijk deel van mijn dag in, omdat hij moest laten zien dat hij staand kan plassen uit zijn piepie.
En toen moest ik hem vertellen dat ik dat zittend doe omdat al die overdreven flinterdunne mannelijkheid me weinig kan schelen.